Bij Kleine Grote Denkers hebben we een belangrijk doel voor ogen: kinderen leren dat hun gedachten er mogen zijn. We willen dat ze begrijpen dat wat zij denken van waarde is, impact heeft en problemen kan oplossen. Naarmate ze meer overtuigd raken van deze waarheid, durven ze steeds meer te denken, oefenen ze hun denkvaardigheden en worden ze beter in kritisch denken. Dit heeft niet alleen voordelen voor henzelf, maar ook voor de wereld om hen heen. Het zou zonde zijn als we al die potentie en denkkracht niet zouden activeren. In deze blog leggen we uit waarom het ‘aanleren’ van kritisch denken belangrijk is in het basisonderwijs.
Als we ‘ons denken’ in twee categorieën zouden verdelen, bestaat de eerste categorie uit alles waarvan we denken dat we het al weten. De tweede categorie omvat alles waarvan we nog niet weten hoe het zit. Voor een filosoof is de eerste categorie kleiner dan voor anderen, en dat geldt ook voorkinderen. Een kind gaat – net zoals een filosoof – op ontdekkingsreis en onderzoekt hoe dingen werken.
Wanneer kinderen naar school gaan, krijgen ze een gestructureerd leerprogramma voorgeschoteld, waarbij ze de basis leren van verschillende vakgebieden, zoals rekenen, schrijven en geschiedenis. Het grootste deel van hun schooltijd is gericht op het aanleren van bestaande kennis en antwoorden, waarbij volwassenen worden gezien als ‘zij die alle antwoorden weten’. Hierdoor ontstaat bij veel mensen een overtuiging dat alles al bedacht is en dat zij de antwoorden zullen kennen zodra ze hetzelfde leren als hun leerkrachten.
Later in het leven kan je je als mens beseffen dat deze overtuiging je juist heeft beperkt in je denken. Dat je altijd hebt geleerd om te vertrouwen op bestaande kennis, in plaats van zelf na te denken en je eigenantwoorden te vinden. Dit komt door de manier waarop methodes en leerkrachten in het onderwijs vragen naar ‘juiste’ antwoorden, in plaats van eigen en nieuwe antwoorden van kinderen.
Pas wanneer we vragen stellen waar we nog geen antwoord op hebben of waar meerdere antwoorden mogelijk zijn, kan ons brein echt aan de slag. We bekijken de dingen vanuit verschillende hoeken. Van boven naar beneden, van onder naar boven: op onze eigen, nieuwe manier. Onze hersenen smullen hiervan. We zijn aan het denken. Kinderen hoeven niet alleen maar juiste antwoorden te geven, ze mogen ook zelf nadenken.
Door zelf na te mogen denken groeit het zelfvertrouwen van kinderen in het ‘durven denken’. Stap voor stap. Daarom vinden we het bij Kleine Grote Denkers belangrijk dat filosofie – het nadenken over dingen waarvan we niet weten hoe ze in elkaar zitten – een plaats moet krijgen in het basisonderwijs. Op die manier ontwikkelen kinderen niet de overtuiging dat ze moeten leren om iets waardevols bij te dragen, maar leren ze ook zelfstandig te durven denken. En wat zijn ze daar goed in!
Ben jij ook benieuwd naar hoe je kinderen kunt stimuleren om zelfstandig te denken? We komen graag eens langs voor een kopje koffie om hierover van gedachten te wisselen.