Filosofie & burgerschap in pratkijk: Hoe basisschool Gummarus een minimaatschappij biedt voor kinderen waarin zij op eigen wijze (samen) leren leven.

Wat is de visie van Bassischool Gummarus?

"De visie van Basisschool Gummarus benadrukt dat elk kind uniek is, een stelling die vaak gehoord wordt binnen het onderwijs. Maar wat houdt dit precies in op Gummarus? Wij streven ernaar het onderwijssysteem aan te passen aan het kind, in plaats van het kind in een systeem te dwingen. We geloven dat kinderen niet allemaal op dezelfde manier en hetzelfde moment dezelfde leerstof moeten krijgen om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.

De afgelopen jaren zijn we voortdurend in ontwikkeling, we streven naar een benadering die zich meer richt op de behoeften van de kinderen en hoe wij ons onderwijs daarop kunnen afstemmen. Dit vraagt afstemming, doorzettingsvermogen, dialoog en reflectie van alle betrokken.

Dit heeft geresulteerd in onderwijs op maat. Dit betekent echter niet dat we individueel onderwijs aanbieden; onderwijs vindt immers altijd plaats binnen een sociale context. Kinderen leren met en van elkaar. Op cognitief vlak bekijken we individueel wat een leerling nodig heeft, terwijl op sociaal vlak kinderen voornamelijk van elkaar leren.

Intrinsieke gedragsverandering vindt plaats wanneer kinderen elkaar vragen stellen. Hierin speel je als leerkracht een iets andere rol. Je draagt (uiteraard) nog steeds de verantwoordelijkheid over de kinderen, maar je geeft ze meer ruimte om met hun eigen inbreng te komen en probeert dat proces oordeelloos te begeleiden. Zo stimuleer je het onderlinge gesprek tussen kinderen.

Gummarus is een onderdeel van de Lowys Porquinstichting, waar Leren Leven een van de pijlers van het koersplan is. Welke invulling geven jullie hier aan op Gummarus?

“De school is een minimaatschappij waarin je vanaf de peuteropvang steeds meer groeit en verkent. Wij zijn echt een wijkschool in het hart van de wijk. We zijn ons als school bewust van de functie die wij - zeker op sociaal vlak - hebben in de wijk. Dat betekent dat we aandacht besteden aan onze maatschappelijke betrokkenheid en onze aanwezigheid bij activiteiten in de omgeving.

Dit doen we voornamelijk lokaal. Daarnaast willen we de kinderen er ook bewust van maken dat zij wereldburger zijn, door structureel aandacht te geven aan de Sustainable Development Goals (SDGs). Deze doelen hebben weer mooie overlap met burgerschapen leren leven. Zo is onze school een plek van ontmoeten en leren leven.”

 

Hoe past filosoferen met kinderen hierbij?

“Ik zie steeds meer verdeeldheid om mij heen: je bent links of rechts, je bent voor of tegen. Dit zorgt voor polarisatie. Tijdens het filosoferen is er geen goed of fout antwoord.  Filosofie leert je in een toenemend polariserende maatschappij het gesprek met elkaar te blijven voeren. Het gaat dan niet perse om discussie of debat, maar je leert juist de dialoog met elkaar aangaan. Je leert elkaars perspectief verkennen.

Volwassen vinden dit moeilijk en kinderen ook. Hoe eerder zij dit leren hoe beter. Daar is filosofie een mooi middel voor.

De kinderen leren zeggen wat zij denken, met respect voor elkaar. Als wij hen dit op jonge leeftijd mee kunnen geven, denk ik dat wij de wereld een kleine beetje mooier maken.’’

Hoe zie jij het onderwijs in 2050?

"Er gaat al heel veel goed in het onderwijs. Kinderen in Nederland zijn over het algemeen gelukkig op school.

De zorgen over de lees- en rekenpresentaties zijn er, maar wat er grondig veranderd moet worden, is hoe we meer in kunnen zetten op wat een leerling goed kan. Het huidige systeem legt nog steeds de focus op wat iemand niet kan. Dat betekent dat de problemen die we dan hebben met dit systeem niet opgelost gaan worden. We moeten anders gaan denken over ‘hoog’ en ‘laag’ opgeleid.

Dit kan opgelost worden door de vroeg selectie terug te dringen en door bredere brugklassen in te stellen en de nadruk te leggen op wat iemand goed kan.

Er moet meer ingespeeld worden op wat kinderen straks in de maatschappij nodig gaan hebben."

Welke vaardigheden hebben kinderen wat jou betreft (later) nodig in de samenleving?  

“Allereerst creativiteit om de problemen op te lossen waar wij nu nog geen antwoord op hebben. Daarnaast zijn sociale vaardigheden belangrijk voor kinderen om aan te leren. Dit leer je alleen maar als je daar aandacht aan geeft.

Ook zou ik graag willen dat kinderen leren om doorzettingsvermogen te hebben; met daarnaast een stukje realisme. Zo kan een kind zichzelf in de context plaatsen waarin hij leeft.’’

Hoe heb jij het traject met Kleine Grote Denkers ervaren?

‘’Voor wij het traject begonnen met het team heb ik samen met Kilian & Ruud goed afgestemd. Waar is de school nu mee bezig? Waar staan ze nu? Wat verwacht het team van de workshops?  Hoe liggen de verschillende verwachtingen binnen het team? Hierdoor vielen dingen tijdens het traject op zijn plek; daarom heb ik alles als zeer prettig ervaren.

Het team leert steeds meer de ruimte nemen en tijd te maken voor betekenisvolle gesprekken. De workshops zorgen voor meer bewustzijn bij de leerkracht om door te vragen bij de kinderen.

In de school ontstaat er steeds een groter vermogen om naar elkaar te luisteren: collega’s onderling en met/tussen kinderen in de klas. Je mag hier de tijd voor nemen. Hierdoor voelen de kinderen zich gezien en vrij.

Wat zou je graag van ons nog willen zien qua ontwikkeling?

‘’Jullie doen toffe dingen die zinvol en betekenisvol zijn. Er is behoefte aan wat jullie doen.

Ik denk dat de uitdaging erin ligt om de lobby gaande te kunnen houden met iedereen in het onderwijs. Om samen – de scholen die met Kleine Grote Denkers werken en jullie – uit te dragen wat onze kijk op onderwijs is.

De manier waarop de samenwerking tussen Kleine Grote Denkers en de scholen is ingericht, creëert een platform voor het delen van innovatieve ideeën en benaderingen in het onderwijs. Door samen op te trekken, versterken we de boodschap dat onderwijs flexibel en adaptief moet zijn om aan de behoeften van elke leerling te voldoen. Bovendien benadrukt deze aanpak het belang van een voortdurende dialoog en uitwisseling van beste praktijken; wat cruciaal is voor de evolutie van onderwijsmethoden."